MCP (Model Context Protocol) is eigenlijk een simpele afspraak: laten we allemaal op dezelfde manier praten. MCP is dus als het ware een soort universeel koppelstuk in plaats van plakband-oplossingen. Het is ook nog niet eens heel ingewikkeld. Eigenlijk gaat het gewoon om JSON-berichten met vaste velden. Een gemeenschappelijke taal voor bots en tools.
Waarom het handig is
Het grote voordeel van deze standaardisatie stap is dus:
- Minder hoofdpijn: Ontwikkelaars hoeven dus niet voor elke tool het wiel opnieuw uit te vinden.
- Interoperabiliteit: Ook bots en agenten van verschillende ontwikkelaars kunnen gemakkelijk met elkaar praten.
- Stabiliteit: Vaste velden binnen de JSON bestanden maken dat ontwikkelaars veel minder hoeven te gokken en gemakkelijker kunnen debuggen.
- Duidelijkheid: JSON bestanden zijn zowel voor mens als machine gemakkelijk te lezen en te interpreteren.
Dit is de vrij basale technische oplossing die snel ontwikkelen mogelijk maakt zonder eindeloze ducttape achter de schermen.
Standaardisatie met JSON en vaste velden
Normaal gesproken moet jij jezelf bij het werken met APIs altijd aanpassen aan eigenaardigheden van het systeem. Sommige gebruiken snake_case-velden, andere camelCase. Sommige plaatsen foutmeldingen in ‘meta’-objecten, andere plaatsen ze gewoon bovenaan. Na verloop van tijd heb je zo een op maat gemaakte oplossing gebouwd met een heleboel uitzonderingen. Dit is waar MCP waarde toevoegt. Het definieert vaste veldnamen en structuren, zodat alle agenten weten waar ze moeten zoeken naar input, output en fouten. JSON is het medium bij uitstek: het is technisch licht, wordt breed ondersteund en vereist geen extra bibliotheken voor verwerking. Die voorspelbaarheid betekent dat tools snel vervangen kunnen worden zonder dat de hele integratie opnieuw herschreven hoeft te worden.
Gewone tools vs. MCP tools:
De meeste AI agents worden voorzien van ‘tool usage’. Je geeft ze extra functies die ze in staat stellen om zelfstandig taken uit te voeren. Normaliter gaat dit dus via calls naar APIs.
Gewoon gebruik van tools:
- Elke API heeft zijn eigen documentatie, eigenheden en edge-cases.
- Ontwikkelaars lijmen dingen aan elkaar met custom code.
- Agenten hebben vaak veel training en ‘fine-tuning’ om goed met hun tools om te kunnen gaan.
Met MCP:
- Alle tools volgen één gedeeld protocol.
- Elke agent ‘begrijpt’ MCP en kan het direct gebruiken.
- Ontwikkelaars zijn minder tijd bezig met het ontsleutelen van payloads en meer tijd met het creëren van waarde.
De saaie waarheid
MCP is dus niet per se sexy, maar daar gaat het dus ook niet om. Het is precies wat agents nodig hebben om verder te komen dan proof-of-concepts. Standaarden zie je niet, tot ze er ineens wél zijn. USB, WiFi, barcodes, containerschepen. MCP wil die laag zijn voor AI-tools. Kortom: minder plakband, meer werk dat afkomt.